Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen

Beschikbare weerstandscapaciteit

Voor het  beoordelen van de robuustheid van de begroting is inzicht nodig in de omvang en de achtergrond van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Hierbij maken we onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere éénmalige tegenvallers op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden de financiële middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende Begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken.

Incidentele weerstandscapaciteit

Onderdelen van de incidentele weerstandscapaciteit zijn:

  • Reserves: Algemene reserve en reserve grondexploitatie
  • Stille reserves: Activa die tegen een lagere waarde of nul zijn gewaardeerd en direct verkoopbaar zijn
  • Onbenutte begrotingsruimte: Onvoorzien

De verwachte incidentele weerstandscapaciteit bedraagt per 31 december 2022 (bedragen * € 1.000):

Omschrijving

Bedrag

Algemene reserve

24.203

Reserve grondexploitatie (voor risicoreservering)

1.958

Stille reserve

1.467

Onvoorzien

59

Totaal

27.687

Algemene reserve

De Algemene reserve is een reserve zonder bestemming en daardoor in beginsel vrij aanwendbaar. De Algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van eventuele onvoorziene uitgaven (incidenteel) waarmee in de planning geen rekening is gehouden en die noodzakelijkerwijs dienen plaats te vinden. Hierbij valt te denken aan:

  • financiële risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorzieningen zijn gevormd of waarvoor in de Begroting geen financiële middelen zijn gereserveerd, omdat er nog geen getrouwe kwantificering van de risico's kan plaatsvinden
  • het opvangen van eventuele rekeningtekorten
  • het opvangen van een eventueel begrotingstekort

De vrije algemene reserve kan worden ingezet voor de dekking van incidentele exploitatie-uitgaven.

Stille reserves

Van stille reserves is sprake wanneer activa niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden. In de praktijk gaat het om onroerende zaken die in eigendom zijn van de gemeente en die niet meer nodig zijn voor de bedrijfsuitoefening. Het gaat daarbij om gemeentelijke gebouwen die binnen twee jaar verkocht kunnen worden en losse pachtgronden. 
In oktober 2012 stemde de raad in over te gaan tot verkoop van gemeentelijke gebouwen die niet direct onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Afgelopen jaren is een aantal panden verkocht. Wij schatten in dat de verkoop van de overige gebouwen na afkoop van de boekwaarde samen nog € 450.000 oplevert. Enkele jaren geleden is als beleidslijn vastgelegd dat de netto verkoopopbrengst wordt gereserveerd voor de versterking van Krachtpanden. Daarmee neemt deze stille reserve bij elke verkoop geleidelijk af. De stille reserve komt daarmee feitelijk alleen beschikbaar als er voor directe noodzaak wordt overgegaan tot verkoop van de panden.
Wij hebben circa 15 hectare grond in losse pacht uitgegeven. De stille reserve van deze laatste gronden bedraagt circa € 1.010.000. De pacht en losse pacht levert momenteel een structurele netto baat in de Begroting. Als de stille reserve te gelden moet worden gemaakt ontstaat er tegelijkertijd een structurele ombuigingstaakstelling van circa € 10.000.

Resumé

Onze gemeente beschikt over een stille reserve van in totaal € 1.467.000 (€ 457.000 + € 1.010.000)

Onvoorzien

Gemeenten zijn verplicht voor onvoorziene uitgaven een (vrij te bepalen) bedrag op te nemen in de Begroting. In de meerjarenbegroting is een stelpost onvoorzien opgenomen van € 59.000 per jaar.

Structurele weerstandscapaciteit

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit onbenutte belastingcapaciteit, onbenutte investeringsruimte en onbenutte begrotingsruimte. De verwachte totale structurele weerstandscapaciteit ziet er de komende jaren als volgt uit:

* bedragen * € 1.000

Structurele weerstandscapaciteit

1-jan-22

1-jan-23

1-jan-24

1-jan-25

Vrije begrotingsruimte

2.232

655

-25

-218

Onbenutte belastingcapaciteit

1.027

1.027

1.027

1.027

Bestemde begrotingsruimte

363

208

100

100

Totaal

3.622

1.889

1.102

909

Vrije begrotingsruimte

De vrije begrotingsruimte is in de Begroting 2022 beperkt tot saldo van de begroting. Jaarlijks wordt ruimte betrokken bij de financiële ontwikkelingen in de Kadernota en de begroting.
Naast deze ruimte is er in de begroting rekening gehouden met prijsstijgingen voor de materiële uitgaven, de subsidies en verbonden partijen. Deze ruimte is zoveel mogelijk verwerkt op de functionele raming van de uitgaven. Zolang deze mogelijkheid voor prijscompensatie nog niet is verplicht biedt dit de mogelijkheid om structurele tegenvallers op te vangen. Echter het niet volgen van stijgende prijzen levert dan wel weer een nieuwe besparingsopdracht op.

Onbenutte belastingcapaciteit

Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit kijken we naar de drie belangrijkste inkomsten van de gemeente te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn. De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden. Het percentage van de  WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 is gebaseerd op het gewogen landelijk gemiddelde van de WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking.

Voor de OZB hanteren we de zogenaamde artikel 12 norm. Op basis van de mei circulaire 2021 is deze norm 0,1800%. De onbenutte belastingcapaciteit voor de OZB is als volgt berekend:

Zwartewaterland

Woningen

Niet woningen gebruikers

Niet woningen eigenaren

Totaal

Waarde onroerende zaken

2.049.605

659.454

714.383

€ 3.423.442

tarief

0,1081

0,1804

0,2422

Opbrengst

2.216

1.190

1.730

€ 5.136

Gemiddeld tarief OZB gemeente

0,1500

Normtarief OZB

0,1800

Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen

0

Totaal onderdekking riolering

0

Gecorrigeerd normtarief OZB art 12

0,1800

Normopbrengst OZB op basis van normtarief artikel 12

€ 6.162

Opbrengst OZB obv begroting 2021

€ 5.136

Onbenutte belastingcapaciteit 2021

€ 1.027

Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.

Bestemde begrotingsruimte

In de begroting is een aantal ‘stelposten’ opgenomen. Dit zijn bedragen die al zijn verwerkt in de begroting, maar nog geen definitieve bestemming hebben of nog niet kunnen worden toegerekend aan specifieke taakvelden. De volgende stelposten zijn opgenomen:

Opgenomen stelposten

2022

2023

2024

2025

Organisatieontwikkeling

64

64

64

64

Salarisontwikkeling

309

439

572

749

Prijsindexatie

586

967

1.532

1.787

Structureel onderhoud wegen

160

208

256

304

Verkeersknelpunten

150

250

250

250

Zwembaden

0

100

200

200

Rente

0

0

31

63

Totaal

1.269

2.028

2.905

3.417

Voor organisatieontwikkeling is een bedrag van € 64.000 opgenomen. Dit bedrag kan ingezet worden op de plekken waar dit nodig is. Bij inzet van de stelpost, verplaatsen we het bedrag naar het betreffende taakveld/thema.
Voor de salarisontwikkeling in de komende jaren (volgen van de cao) is een totaalbedrag opgenomen. Elk jaar stellen we een actuele personeelsbegroting op, waarbij dit bedrag wordt ingezet.

Zoals hiervoor is aangegeven, houden we rekening met prijsindexatie. Het gros van dit bedrag is al toegerekend aan het Sociaal Domein, maar nog niet uitgesplitst naar de verschillende onderdelen daar.
Voor het structureel onderhoud van de wegen is elk jaar een bedrag gereserveerd. Dit is al toegerekend aan het taakveld wegen, maar nog niet nader uitgesplitst.

Voor de jaren 2022 en 2023 en verder houden we rekening met respectievelijk een bedrag van ruim € 150.000 en € 250.000 per jaar voor investeringen. Dit is bestemd voor verkeersbeleid en het oplossen van verkeersknelpunten.

Ook voor de ontwikkeling van de zwembaden zijn bedragen gereserveerd, namelijk € 100.000 in 2023 en € 200.000 structureel per jaar vanaf 2024.
Tevens is er vanaf 2024 een bedrag opgenomen voor rente, dit heeft te maken met de verwachting dat we dan een nieuwe lening aan zullen trekken, zodat deze rente alvast is begroot.

Deze pagina is gebouwd op 10/12/2021 12:50:39 met de export van 10/12/2021 12:41:24